Zegen en Vloek

"Zegenen" daar gaan christenen nog best verschillend mee om. Mensen die hun kinderen zegenen, of hun nieuwe huis, iemand die een ander wil zegenen of dat zelfs gewoon doet.

2Kor. 13:12-14 Groet elkander met de heilige kus. (13) U groeten al de heiligen. (14) De genade des Heren Jezus Christus, en de liefde Gods, en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u allen.
Wat toen normaal was is nu ….?

Hier zullen wij niet snel een brief mee besluiten en als iemand op reis gaat zullen we niet snel tegen hem of haar zeggen: jo, de genade van de Heer, Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met je.

Paulus riep de Korintiërs op elkaar te groeten als broeders en zusters, met de heilige kus – dat was destijds gewoon. Dit was een gewone groet en zegenbede, zoals nu het shalom (vrede van God) nog gebruikt wordt of in het Spaans de ‘opdraag groet’ Adios (aan God) nog wordt gebruikt. ACF> Alhoewel ik niet weet hoeveel daar nog bewust iets van God bij bedenken?

In Ruth 2:4 lees je over een werkgever die zijn werknemers zegent en visa versa "En zie, Boaz kwam uit Betlehem en hij zeide tot de maaiers: De Here zij met u! Zij zeiden tot hem: De Here zegene u!

Anderen leren dat als er in je voorgeslacht zonde is geweest, dan moeten die zonden beleden worden en moeten de banden verbroken worden?

Het principe van de vloek gaat verder dan we soms denken. Negatieve uitingen, zoals die van haat, bitterheid, ongeloof, kwaadsprekerij, afwijzing, hebben een negatieve, vervloekende uitwerking op andere mensen via de geestelijke wereld. Daarom zijn zulke zonden buitengewoon schadelijk en moeten we die koste wat kost nalaten!

Door de eeuwen heen hebben goddeloze volken magie bedreven door vervloekingen uit te spreken om daarmee via de machten van de duisternis overwicht te krijgen over hun vijanden. Dit noemen we meestal bezweringen. Denk maar aan de bezweerder Bileam, die door de heidense koning van Moab werd gevraagd om het volk Israël te vervloeken (Num.22-24).

  • Zou zegenen zoals Paulus doet voor ons ook niet wat gewoner moeten zijn of is dit alleen iets voor dominees in de kerk?
  • Hoe kunnen wij in omgang met elkaar het zegenen betekenisvoller maken? Hebben wij gezag om te zegenen en te genezen?
  • Zijn er (overdrachtelijke) zegeningen en vloeken bij ons of om ons heen zichtbaar en (hoe) kan dat nog veranderen?
  • Hebt u ervaren dat een (profetische) zegening een echte uitwerking heeft?
  • Wat zegt de Bijbel over zegen en vloek?

.  

Wat zegt de Bijbel?

Over ‘Zegen’

  1. In de eerste vermelding zegent God dieren om vruchtbaar en talrijk te zijn
    Toen schiep God de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens, waarvan de wateren wemelen, naar hun aard, en allerlei gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was. (22) En God zegende ze en zeide: Weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervult de wateren in de zeeen, en het gevogelte worde talrijk op de aarde.
    We zien in Genesis 1 dat er een verlangen is in God om te zegenen, om het goede aan Zijn schepping te geven. Dit goede gaat van God uit, Hij is de bron.
  2. God zegent Abraham om ook zelf een zegen te zijn
    Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn.
  3. Isaac zegent Jacob i.p.v. Esau profetisch, wat niet ongedaan kon worden gemaakt
    Zodra Esau de woorden van zijn vader hoorde, gaf hij een luide en bittere schreeuw, en hij zeide tot zijn vader: Zegen mij, ook mij, mijn vader! (35) Toen zeide deze: Uw broeder is met bedrog gekomen en heeft uw zegen weggenomen. (36) En hij zeide: Noemt men hem niet terecht Jakob, omdat hij mij nu al tweemaal bedrogen heeft? Mijn eerstgeboorterecht heeft hij weggenomen, en zie, nu heeft hij mijn zegen weggenomen. En hij zeide: Hebt gij voor mij geen zegen overgehouden? (37) Toen antwoordde Isaak en zeide tot Esau: Zie, ik heb hem tot een heerser over u gesteld, en al zijn broederen heb ik hem tot knechten gegeven, en van koren en most heb ik hem voorzien; wat kan ik dan voor u doen, mijn zoon? (38) Daarop zeide Esau tot zijn vader: Hebt gij slechts deze ene zegen, mijn vader? Zegen mij, ook mij, mijn vader! En Esau verhief zijn stem en weende.

    De zonen hechten hier veel waarde aan en leid tot diepe verbittering tussen de broers (zegen of …?).
  4. Later zegende Jakob zijn zonen, wat meer profetieën lijken (soms onheilspellend, mede n.a.v. hun gedrag)
    Dit zijn al de stammen van Israel, twaalf in getal; en dit is wat hun vader over hen gesproken heeft, toen hij hen zegende; ieder zegende hij met een eigen zegen.
    Gen 49:1-7 En Jakob ontbood zijn zonen en zeide: Komt bijeen, opdat ik u bekend make, wat u in toekomende dagen wedervaren zal. (2) Verzamelt u en luistert, gij zonen van Jakob, luistert naar Israel, uw vader. (3) Ruben, mijn eerstgeborene zijt gij, mijn sterkte en de eersteling mijner kracht, de voornaamste in hoogheid, de voornaamste in vermogen. (4) Gij, die opbruist als water, gij zult de voornaamste niet zijn, omdat gij uws vaders bed beklommen hebt; toen hebt gij het ontwijd. Hij heeft mijn legerstede beklommen. (5) Simeon en Levi zijn broeders; hun gereedschappen zijn werktuigen van geweld. (6) Mijn ziel hebbe geen deel aan hun beraadslaging, mijn geest sluite zich niet aan bij hun vergadering, want in hun toorn hebben zij mannen gedood en in hun moedwil hebben zij runderen de pezen doorgesneden. (7) Vervloekt zij hun toorn, want die is hevig, en hun grimmigheid, want die is hard. Ik zal hen verdelen onder Jakob en verstrooien onder Israel.
    Heb 11:20 Door het geloof heeft Isaak aan Jakob en Esau zijn zegen gegeven, ook voor de toekomst.
  5. De aanwezigheid van Jozef (een slaaf) brengt zegen (voorspoed) in Potifar’s huis
    Van het ogenblik af, dat hij hem over zijn huis en over al wat hij bezat had aangesteld, zegende de Here het huis van de Egyptenaar om Jozefs wil: de zegen des Heren rustte op alles wat hij had, zowel in huis als op het veld
  6. Israël’s priesters hadden onder het oude verbond een opdracht en volmacht om een zegen te geven
    Num 6:22-27 De Here nu sprak tot Mozes: (23) Spreek tot Aaron en zijn zonen: Zo zult gij de Israelieten zegenen: (24) De Here zegene u en behoede u; (25) de Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; (26) de Here verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede. (27) Zo zullen zij mijn naam op de Israelieten leggen, en Ik zal hen zegenen.
    God had Zichzelf, in dit geval, gebonden om de zegen tot werkelijkheid te maken. Maar als de Israëlieten het verbond verbraken zou de zegen van de priesters niets uitwerken, ook al werd deze precies volgens Gods voorschriften uitgesproken. (Leviticus 26, Deuteronomium 28).
  7. Zegen en vloek konden door dezelfde persoon worden gegeven en werd verwacht echt iets uit te werken
    Toen ontbrandde de toorn van Balak tegen Bileam en hij sloeg zijn handen in elkaar en Balak zeide tot Bileam: Om mijn vijanden te vervloeken heb ik u geroepen, en zie, gij hebt nu driemaal achtereen een zegen uitgesproken.
    En Jakobus zegt dat uit dezelfde mond die zegent, moet geen vervloeking komen
    maar de tong kan geen mens bedwingen. Zij is een onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn. (9) Met haar loven wij de Here en Vader en met haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis Gods geschapen zijn: (10) uit dezelfde mond komt zegening en vervloeking voort. Dit moet, mijn broeders, niet zo zijn.
  8. Zegen en vloek kun je voor kiezen
    Deu 11:26 Zie, ik houd u heden zegen en vloek voor …..
    Psa 109:17 De vloek had hij lief (die kome over hem; de zegen wilde hij niet) die blijve verre van hem; 
    ACF> Het Joodse volk worden de gevolgen van gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid voorgehouden. Het spreekt voor zich dat zegen hoort bij gehoorzaamheid en vloek bij ongehoorzaamheid: een mens draagt de gevolgen van zijn handelingen!
  9. Zonder God die de zegen uitwerkt, of een vloek veranderd in een zegen, is een zegen krachteloos
    Maar de Here, uw God, heeft naar Bileam niet willen luisteren en de Here, uw God, heeft de vloek voor u in een zegen veranderd, omdat de Here, uw God u liefhad.
  10. Interessant te zien dat in hun dankbaarheid de Israëlieten God zegenden
    Gij zult eten en verzadigd worden en de Here, uw God, prijzen om het goede land dat Hij u gaf.
    ACF> Dit zie je ook in vele Psalmen!
  11. Mozes zegent elke stam van Israël afzonderlijk en vervolgens zegent hij Jozua, zijn opvolger
    Deut. 31:1-8 Toen is Mozes deze woorden tot geheel Israel gaan spreken; (2) hij zeide tot hen: Ik ben nu honderd en twintig jaar oud; ik kan niet meer uitgaan of ingaan, en de Here heeft tot mij gezegd: De Jordaan hier zult gij niet overtrekken. (3) De Here, uw God, zelf zal voor u uit overtrekken; Hij zelf zal die volken voor u verdrijven en verdelgen, zodat gij hun land in bezit kunt nemen; Jozua zal voor u uit overtrekken, zoals de Here geboden heeft. (4) En de Here zal met hen doen, zoals Hij gedaan heeft met Sichon en Og, de koningen der Amorieten, die Hij heeft verdelgd; en met hun land. (5) De Here zal hen aan u overleveren, en gij zult met hen doen geheel overeenkomstig het gebod, dat ik u gegeven heb. (6) Weest sterk en moedig, vreest niet en siddert niet voor hen, want de Here, uw God, zelf gaat met u; Hij zal u niet begeven en u niet verlaten. (7) Toen riep Mozes Jozua en zeide tot hem in tegenwoordigheid van geheel Israel: Wees sterk en moedig, want gij zult met dit volk komen in het land, waarvan de Here hun vaderen gezworen heeft, dat Hij het hun geven zou, en gij zult het hen doen beerven. (8) Want de Here zelf zal voor u uit trekken, Hij zelf zal met u zijn, Hij zal u niet begeven en u niet verlaten; vrees niet en word niet verschrikt.
    Deut. 33:1-29 Dit is de zegen, waarmede Mozes, de man Gods, de Israelieten voor zijn sterven gezegend heeft. (2) Hij zeide: De Here is gekomen van Sinai en over hen opgegaan uit Seir; Hij is in lichtglans verschenen van het gebergte Paran en gekomen uit het midden van heilige tienduizenden; aan zijn rechterzijde zagen zij een brandend vuur. (3) Ja, Hij heeft de volken lief; al zijn heiligen; in uw hand zijn zij, aan uw voeten legeren zij zich, vangen iets op van uw woorden. (4) Mozes heeft ons de wet geboden, een bezit voor de gemeente van Jakob. (5) Hij werd Koning in Jesurun, toen de hoofden van het volk bijeenkwamen, de stammen van Israel alle tezamen. (6) Ruben leve, en sterve niet, maar laten zijn mannen te tellen blijven. (7) En dit betreft Juda. Hij zeide: Hoor, Here, de stem van Juda en breng hem tot zijn volk; zijn handen strijden voor hem, en wees Gij hem een hulp tegen zijn tegenstanders. (8) Van Levi zeide hij: Uw Tummim en Urim behoren de man toe, die uw gunstgenoot is, die Gij bij Massa op de proef gesteld hebt, met wie Gij getwist hebt bij de wateren van Meriba; (9) die van zijn vader en zijn moeder zeide: ik zie hen niet; zijn broeders wilde hij niet kennen en van zijn kinderen wilde hij niet weten. Want zij onderhouden uw woord en bewaren uw verbond; (10) zij onderwijzen Jakob uw verordeningen, Israel uw wet; zij doen reukwerk in uw neus opstijgen en leggen het brandoffer op uw altaar. (11) Zegen, Here, zijn kracht en zie het werk zijner handen met welgevallen aan. Verpletter de lendenen van zijn tegenstanders en van wie hem haten, zodat zij niet meer kunnen opstaan. (12) Van Benjamin zeide hij: De beminde des Heren, die veilig bij Hem wonen zal. Hij beschermt hem te allen tijde en woont tussen zijn berghellingen. (13) Van Jozef zeide hij: Zijn land zij door de Here gezegend met de kostelijkste gave des hemels, met de dauw, en met de watervloed die beneden ligt; (14) met de kostelijkste gave, die de zon voortbrengt, en met de kostelijkste gave, die de maan doet uitspruiten; (15) met het uitnemendste der aloude bergen, (16) en met de kostelijkste gave der eeuwige heuvelen, en met de kostelijkste gave van de aarde en haar volheid; met het welbehagen van Hem, die in de braamstruik tegenwoordig was; dat moge komen op het hoofd van Jozef, op de schedel van de uitverkorene onder zijn broeders. (17) De eersteling zijner runderen is zijn trots en diens horens zijn horens van een woudos; daarmee zal hij de volken stoten, alle einden der aarde. Dit zijn de tienduizenden van Efraim en dit zijn de duizenden van Manasse. (18) Van Zebulon zeide hij: Verheug u, gij Zebulon, over uw tochten, en gij, Issakar, over uw tenten. (19) Volken zullen zij roepen tot de berg; daar zullen zij offers brengen naar de eis, want zij zullen gezoogd worden met de overvloed der zeeen en met de meest verborgen schatten van het strand. (20) Van Gad zeide hij: Geprezen zij Hij, die voor Gad ruimte maakt; hij legt zich neder als een leeuwin en verbrijzelt de arm, ja, de schedel. (21) Hij voorzag zichzelf van het beste deel, want daar was het deel van de heersersstaf verborgen; hij kwam tot de hoofden van het volk; het heeft de gerechtigheid des Heren en zijn gerichten ten uitvoer gebracht met Israel. (22) En van Dan zeide hij: Dan is een leeuwewelp, die uit Basan te voorschijn springt. (23) En van Naftali zeide hij: Naftali is verzadigd van het welbehagen en vervuld van de zegen des Heren; neem het Meer in bezit en het Zuiden. (24) Van Aser zeide hij: Gezegend zij Aser onder de zonen; hij zij bemind bij zijn broeders, en hij dope zijn voet in olie. (25) Ijzer en koper mogen uw grendels zijn, uw sterkte moge zijn als uw levensduur. (26) Daar is niemand als God, o Jesurun; Hij rijdt langs de hemel als uw helper en in zijn hoogheid over de wolken. (27) De eeuwige God is u een woning en onder u zijn eeuwige armen. Omdat Hij de vijand voor u verdreef en zeide: Verdelg! (28) daarom woonde Israel veilig en bleef de bron van Jakob ongestoord in een land van koren en most; ja, zijn hemel sprenkelt dauw. (29) Welzalig zijt gij, Israel; wie is aan u gelijk? Een volk, verlost door de Here, die het schild uwer hulp en het zwaard uwer hoogheid is. Daarom zullen uw vijanden veinzen u hulde te brengen, en gij zult op hun hoogten treden.
     
  12. Zegen is niet het enigste wat we van God mogen verwachten, er is veel meer ….
    Verlos dan uw volk en zegen uw erfdeel, weid hen en draag hen tot in eeuwigheid.
  13. Spreuken 20:22 De zegen des Heren, die maakt rijk, zwoegen voegt er niets aan toe.
  14. We kunnen elkaar (als volkeren) de zegen toebidden
    Indien gij u bekeert, Israel, …. (2) dan zult gij zweren: ‘zo waar de Here leeft’, in waarheid, recht en gerechtigheid, en de volken zullen elkander in Hem de zegen toebidden (3) en in Hem zich beroemen.
  15. Wij kunnen (als volkeren) voor anderen een vloek of zegen zijn
    Gelijk gij onder de volken een vervloeking geweest zijt, o huis van Juda en huis van Israel, zo zult gij, doordat Ik u heil schenk, een zegen worden; vreest niet, laten uw handen sterk zijn.
  16. Beproef de Here: geeft getrouw tienden en oogst zegen in overvloed
    Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten.
  17. Voor de vermenigvuldiging van de 5 broden en 2 vissen sprak de Here Jezus de zegen uit
    (Mat 14:19) En Hij beval de scharen, dat zij in het gras zouden gaan zitten, nam de vijf broden en de twee vissen, en Hij zag op naar de hemel, sprak de zegen uit, brak de broden en gaf ze aan zijn discipelen en de discipelen gaven ze aan de scharen.
    (Luk 24:30) En het geschiedde, toen Hij met hen aanlag, dat Hij het brood nam, de zegen uitsprak, het brak en hun toereikte.
  18. Op verzoek omarmde de Here Jezus kinderen, legde hun de handen op en zegende die kinderen; Zijn discipelen dachten dat Hij daar geen tijd voor zou (moeten) hebben
    En zij brachten de kinderen tot Hem, opdat Hij ze zou aanraken; doch de discipelen bestraften hen. (14) Toen Jezus dat zag, nam Hij het zeer kwalijk en zeide tot hen: Laat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods. (15) Voorwaar, Ik zeg u: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan. (16) En Hij omarmde ze en hun de handen opleggende, zegende Hij ze.
  19. De Here Jezus zegende voor Zijn hemelvaart Zijn discipelen, waarna zij in de tempel God zegende (loven)
    Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen. (46) En Hij zeide tot hen: Aldus staat er geschreven, dat de Christus moest lijden en ten derden dage opstaan uit de doden, (47) en dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem. (48) Gij zijt getuigen van deze dingen. (49) En zie, Ik doe de belofte mijns Vaders op u komen. Maar gij moet in de stad blijven, totdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge. (50) En Hij leidde hen naar buiten tot bij Betanie en Hij hief de handen omhoog en zegende hen. (51) En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde. (52) En zij keerden terug naar Jeruzalem met grote blijdschap, (53) en zij waren voortdurend in de tempel, lovende God.
    Dit is hetzelfde Griekse woord ‘eulogeo’.
  20. Paulus wilde en wist dat hij kwam met een volle zegen van Christus
    En ik weet, dat ik bij mijn komst te uwent met een volle zegen van Christus zal komen.

    Ben jij ook benieuwd wat dat was / is? Zouden wij dat ook nog kunnen?
  21. De meeste N.T. brieven eindigen met een zegenbede, waarin lezers een algemene zegen wordt toegewenst
    Rom 16:20 “De genade van onze Here Jezus zij met u”
    2 Kor. 12:13 “De genade van onze Here Jezus Christus, en de liefde Gods, en de gemeenschap des Geestes zij met u allen”
  22. De zegen van Abraham is nu voor alle volken en houdt verband met de belofte van de komst van Gods Geest
    Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof.
  23. Paulus zegent God voor allerlei geestelijke zegen voor ons in de hemelse gewesten in Christus
    Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus.
  24. Wij zijn geroepen te zegenen in plaats van te vergelden
    en vergeldt geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegent integendeel, wijl gij hiertoe geroepen zijt, dat gij zegen zoudt beerven.
    . 

Over ‘Vloek’

  1. Nadat Kaïn zijn broer Abel vermoord had sprak God een vloek over hem uit: ‘altoos een vluchteling’
    En nu, vervloekt zijt gij, ver van de bodem, die zijn mond heeft opengesperd om het bloed van uw broeder van uw hand te ontvangen. (12) Wanneer gij de aardbodem bewerken zult, zal hij u zijn volle opbrengst niet meer geven; een zwerver en een vluchteling zult gij op de aarde zijn. (13) Toen zeide Kain tot de Here: Mijn misdaad is te groot om de straf te dragen. (14) Zie, Gij verdrijft mij heden uit het land en ik zal voor uw aangezicht verborgen zijn, een zwerver en een vluchteling op de aarde; ieder, die mij aantreft, zal mij doden. (15) Toen zeide de Here tot hem: Geenszins; ieder, die Kain doodt, zal zevenvoudig boeten. En de Here stelde een teken aan Kain, dat niemand, die hem zou aantreffen, hem zou verslaan. (16) Toen ging Kain weg van het aangezicht des Heren, en ging wonen in het land Nod, ten oosten van Eden.

    Kaïn besefte heel goed dat hij door die vervloeking uiterst kwetsbaar was geworden nu God zijn hand van hem afgetrokken had en vreesde voor zijn leven (Gen.4:14).
    Kaïn had de vervloeking geheel aan zichzelf te wijten, omdat hij zijn hart niet op God gericht had. Dat komt ook tot uitdrukking in de volgende woorden: "Toen ging Kaïn weg van het aangezicht des Heren." (Gen. 4:16)
    En dat is uiteindelijk de ergste vloek: van God verwijderd zijn.

  2. Noach vervloekte het nageslacht van Cham en zegende dat van Sem en Jafet, mede n.a.v. hun gedrag
    zeide hij: Vervloekt zij Kanaan, een knecht der knechten zij hij voor zijn broeders. (26) Voorts zeide hij: Geprezen zij de Here, de God van Sem, maar Kanaan zij hem tot knecht. (27) God breide Jafet uit, en hij wone in de tenten van Sem, en Kanaan zij hem tot knecht.
  3. Jozua sprak na de verovering van Jericho een (profetische) vloek van God uit over degenen die de stad wilde herbouwen.
    Later, tijdens Achab’s regering, kwam deze vloek daadwerkelijk uit ‘naar het Woord des Heren’
    Joz. 6:26 Te dien tijde deed Jozua deze eed: Vervloekt voor het aangezicht des Heren is de man, die zich opmaakt en deze stad Jericho herbouwt; ten koste van zijn eerstgeborene zal hij haar grondvesten, ten koste van zijn jongste haar poortdeuren inzetten.
    1Kon. 16:34 In zijn dagen herbouwde de Beteliet Chiel Jericho. Ten koste van Abiram, zijn eerstgeborene, grondvestte hij het; en ten koste van Segub, zijn jongste, plaatste hij haar poortdeuren; Naar het woord des Heren, dat Hij gesproken had door de dienst van Jozua, de zoon van Nun.
  4. ‘Zegenen’ werd misbruikt door mensen die niet (meer) naar Gods gedachten handelden en dus eigenlijk misbruik maakte van de Naam en zegen van de Heer
    Er was een man uit het gebergte Efraim, Micha genaamd. (2) Deze zeide tot zijn moeder: De elfhonderd zilverstukken, die u ontvreemd zijn en om welke gij een vervloeking geuit en ook te mijnen aanhoren uitgesproken hebt; Zie, dat geld is in mijn bezit, ik had het weggenomen. En zijn moeder zeide: Gezegend zij mijn zoon door de Here. (3) Daarop gaf hij de elfhonderd zilverstukken aan zijn moeder terug. Maar zijn moeder zeide: Voorwaar, ik heilig dit geld aan de Here en sta het af ten behoeve van mijn zoon om er een gesneden en gegoten beeld van te maken. Nu dan, ik geef het u terug. (4) Toen hij zijn moeder het geld teruggegeven had, nam zij tweehonderd zilverstukken en gaf ze aan een zilversmid, die er een gesneden en gegoten beeld van maakte, dat in het huis van Micha kwam te staan. (5) Deze Micha had namelijk een godshuis. Hij maakte een efod en terafim, wijdde een zijner zonen en deze werd zijn priester. (6) In die dagen was er geen koning in Israel; ieder deed wat goed was in zijn ogen.

    Dit zie je ook bij Koning Saul, die ver afgedwaald van God, de Zifieten, die David willen verraden, ‘zegent’
    Enige Zifieten echter trokken naar Saul in Gibea en zeiden: Weet gij wel, dat David zich bij ons verborgen houdt in de bergvestingen bij Choresa, op de heuvel van Chakila, ten zuiden van de wildernis? (20) Nu dan, indien het u, o koning, behaagt te komen, kom dan; wij nemen op ons hem aan de koning uit te leveren. (21) Saul zeide: Wees gezegend door de Here, omdat gij met mij begaan zijt. (22) Gaat heen, vergewist u, ziet te weten te komen, waar hij zich bevindt en wie hem daar gezien heeft; want men heeft mij gezegd, dat hij zeer listig te werk gaat. (23) Ziet al de schuilplaatsen te weten te komen, waar hij zich verbergt. Komt dan met betrouwbare gegevens bij mij terug; en ik zal met u gaan. Indien hij in het land is, zal ik hem opsporen onder alle duizenden van Juda.
  5. Koning Saul sprak een ‘onzinnige’ vervloeking uit, wat Jonatan bijna het leven kostte
    1Sam 14:24 Toen de mannen van Israel op die dag bedreigd werden, had Saul het volk een vervloeking doen uitspreken: Vervloekt is de man, die spijs eet voor de avond en voordat ik mij op mijn vijanden gewroken heb. Daarom gebruikte niemand van het volk enig voedsel.
    1Sam 14:38-45 Toen zeide Saul: Komt hierheen, alle gij hoofden van het volk; onderzoekt en ziet, waardoor deze schuld heden ontstaan is. (39) Want zo waar de Here leeft, die Israel verlost, al lag deze bij mijn zoon Jonatan, hij zal zeker sterven. Maar van het gehele volk was er niemand, die hem antwoordde. (40) Daarop zeide hij tot geheel Israel: Gij zult aan de ene kant staan en ik en mijn zoon zullen aan de andere kant staan. Toen zeide het volk tot Saul: Doe wat goed is in uw ogen. (41) Saul nu zeide tot de Here: God van Israel, breng de waarheid aan het licht. Toen werden Saul en Jonatan aangewezen, maar het volk ging vrijuit. (42) Saul zeide: Werpt het lot tussen mij en mijn zoon Jonatan. Toen werd Jonatan aangewezen. (43) Saul zeide tot Jonatan: Deel mij mee, wat gij gedaan hebt. Toen deelde Jonatan het hem mee en zeide: Ik heb inderdaad met de punt van de stok die ik in mijn hand had, een weinig honig geproefd. Hier ben ik: ik ben bereid te sterven. (44) Saul zeide: Zo moge God mij doen, ja nog erger, voorwaar, gij moet zeker sterven, Jonatan. (45) Maar het volk zeide tot Saul: Zou Jonatan sterven, die deze grote overwinning in Israel behaald heeft? Dat zij verre! Zo waar de Here leeft, er zal geen haar van zijn hoofd ter aarde vallen. Want met Gods hulp heeft hij heden dit verricht. Zo bevrijdde het volk Jonatan, en hij stierf niet.
  6. In de Psalmen vinden we meerdere vloek bedes voor (Israëls) vijanden
    Verdelg mijn vijanden naar uw goedertierenheid, en richt te gronde allen die mij benauwen, want ik ben uw knecht."
  7. In het N.T. lezen we dat Jezus een vijgenboom zonder vruchten vervloekte, die daarna verdorde
    En daar Hij een vijgeboom aan de weg zag staan, ging Hij erheen, doch Hij vond niets daaraan, dan alleen bladeren. En Hij zeide tot hem: Nooit groeie aan u enige vrucht meer, in eeuwigheid! En terstond verdorde de vijgeboom. (20) En toen de discipelen dat zagen, verwonderden zij zich en zeiden: Hoe is de vijgeboom zo terstond verdord? (21) Maar Jezus antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, indien gij geloof hebt en niet twijfelt, zult gij niet alleen doen wat met de vijgeboom is gebeurd, maar zelfs indien gij tot deze berg zegt: Hef u op en werp u in de zee, het zal geschieden. (22) En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen.
  8. Paulus levert een man over aan satan tot verderf van zijn vlees (alhoewel de Bijbel dit niet een vloek noemt)
    leveren wij in de naam van de Here Jezus die man aan de satan over tot verderf van zijn vlees, opdat zijn geest behouden worde in de dag des Heren.
  9. Je kunt als gelovigen samenkomen tot zegen, maar ook tot schade
    Nu ik dit voorschrijf, moet ik er tevens mijn afkeuring over uitspreken, dat uw samenkomsten niet tot zegen, maar tot schade zijn.

    Vind daar maar eens een praktische toepassing voor ….?

.

Wat zeggen mensen?

Definities: het Hebreeuwse ‘barak’ draagt de betekenis van knielen, feliciteren, gelukwensen, prijzen, danken, groeten, bewonderen. Het Griekse ‘eulogeô’ betekent goed van iemand spreken, prijzen, bedanken.

Zegenen is het goede van God aan de ander toespreken, cq het over die ander uitspreken. Daarmee wordt bekrachtigd wat God al in die ander gelegd heeft en wordt dat tot groei uitgenodigd. Het bevestigt mensen, ondersteunt hen en doet hen groeien.
Zegenen maakt Gods beloften tastbaar, geeft de ervaring van nabijheid, want Gods aanwezigheid komt in de zegen mee.
Bij het zegenen mag je naast God gaan staan en kijk je met Zijn ogen naar de ander. Doordat het goede van God over de ander uitgesproken wordt, veranderen ook je gedachten over de ander in positieve zin.
ACF> Maar dan moet wel God je iets laten zien. Dat als je iets positiefs over een ander uitspreekt, je gedachten ook die kant op gaan, is waar – maar datzelfde geldt voor de ander een brief schrijven, voorbede doen, enz.
Het maakt niet uit wie er zegent. De kracht van een zegen is immers niet afhankelijk van degene die zegent, noch van degene die hem ontvangt, maar van God. <Drs. Andre de Haan>
Uit een boekbespreking over ‘Nou, het beste …. – over zegenen gesproken’ van Drs. Andre de Haan

Het woord zegen heeft een enorm rijke en brede betekenis, waarbij we kunnen denken aan heil, voorspoed, hulp, vruchtbaarheid, gezondheid, veiligheid. Echte zegen komt van God en ontstaat als God ergens iets goeds doet voor een persoon met wie Hij een relatie heeft.
Uit een Bijbelstudie van Maarten te Hennepe

Gary Smalley in zijn boek ‘The Blessing’ legt de nadruk op het feit dat iedereen in deze wereld het nodig heeft te weten dat iemand in deze wereld van je houdt en onvoorwaardelijk accepteert. We verlangen in het bijzonder naar die zegen van onze ouders, wat voor velen een gemis is en kan leiden tot een gebrek aan eigenwaarde als persoon met allerlei uitspattingen om die leegte op te vullen.

5 praktische manieren om degenen om ons heen te zegenen zijn:

  1. Betekenisvolle en gepaste aanraking
  2. Woorden spreken die bevestigen
  3. Hoge waarde aan iemand toekennen
  4. Een bijzondere toekomst voor die persoon zien
  5. (Pro)actieve toewijding om ‘de’ zegen deel van hun leven te maken

Gary Smally en John Trent tonen in hun boek hoe je ‘de zegen’ kan vinden, zelfs als je in slechte omstandigheden bent opgegroeid en deze zegen niet van je ouders hebt ontvangen? Zij geven ook praktische handvaten om ‘de zegen’ binnen gezin en gemeente elkaar mee te geven, wat zeker leerzaam kan zijn.

Iets wat wij als ouders kunnen zeggen tegen onze kinderen: ‘Als ik één kind kon laten zien wat een fantastische toekomst hij heeft, als ik hem elke dag kon leren dat hij een bijzondere gift van God is, speciaal op dagen dat hij niet uitgekozen wordt door zijn leeftijd genootjes, raad eens wie ik kies? JOU!
Tja, en dan heb je vier kinderen – maar gewoon tegen alle vier hetzelfde zeggen toch?

Simpel gezegd is ‘de zegen’ van dit boek ‘blij zijn met jezelf en anderen blij maken’.

Mijn conclusie

Dit zegt zeker niet alles over het Bijbelse concept van zegenen, maar is wel een heel waardevol onderdeel en erg praktische toepassing hiervan.

Dr. Donald J. Ralston heeft dit concept grondig uitgewerkt in

(1) Introduction, (2) The Blessing, (3) Spoken Words, (4) Meaningful Touch, (5) Significant Words, (6) Picturing a Bright Future, (7) Active Commitment, (8) Blessing your Parents, (9) The Blessing of a Church.

Sytske, mijn vrouw heeft eind jaren 90 de kursus ‘Zegend Helpen’ gedaan, die werd gegeven door Teo van der Weele. Hij had een ervaring, dat ondanks een taalbarrière, God een vrouw genas die hij zegende, zonder specifiek te weten wat er met haar mis was.

Dit heeft hij uitgewerkt tot een methode waarbij nu ook het ‘Maranatha gebed’ wordt toegepast, i.e. de aanwezigheid van de Heer wordt ‘opgeroepen’, wat de Geest doet neerdalen in het leven van de mens in nood, waarna de Heer genezend aan het werk gaat. Hierbij wordt Maranatha niet in verband met de wederkomst van de Here Jezus gebruikt, maar voor de komst van de Here Jezus nu in die specifieke situatie.

Daar het de aanwezigheid van de Heer is die geneest, hoeft er geen (volledig) inzicht in het probleem te zijn, want de Geest kent de nood en doet het werk, onafhankelijk van het inzicht van de zegenende helper.

Er wordt geleerd dat je innerlijk naar de Heer luistert en onder leiding van de Heer de medemens in nood zegent op basis van bovennatuurlijke ingevingen, in de vorm van directe godswoorden, woorden van kennis, profetie, beelden, enz. die je dan uitspreekt als concrete zegeningen. Deze zegeningen ‘moeten’ effect hebben omdat het door God ingegeven zegeningen zijn.

Volgens Teo hebben we gezag om te zegenen en heeft God zich gebonden om onze zegeningen te bevestigen.
Het werkt dus altijd!

De vraag wat men moet met de onvervulde zegeningen en de genezen verklaarden die toch ziek blijven wordt vaak ontweken. Hierdoor wordt ‘ons gezag’ om te zegenen en genezen in zekere zin wel ondermijnd.

De keerzijde van het voortdurend verwachten van en het zich openstellen voor bovennatuurlijke leiding tijdens het zegenen is dat men kwetsbaar wordt voor misleidingen van boze geesten die zich voor kunnen doen als een engel des lichts of voor de ingevingen van je eigen hart. En dit kan veel verwarring op leveren.

Persoonlijk heb ik ervaren in contacten met bedrijvige zegenende helpers, wiens zegeningen en daarnaast soms vloek verbrekingen tegen het bizarre aan zaten. Als ik dan deelde dat God mij een ander inzicht gaf, was er in de ‘samenspraak’ geen ruimte voor ‘tegenspraak’ en dat terwijl ik me ook beriep op iets dat God mij duidelijk had gemaakt. Alhoewel we beide beleden dat Gods Woord ‘het laatste woord’ heeft, leek men hier toch niet op aanspreekbaar. De openbaring aan de geest gaf dan een onvoorwaardelijke autoriteit, die niet in twijfel genomen mocht worden (terwijl ik mij op diezelfde basis beriep van openbaring van God aan mijn geest) en dat zich (b)leek te verheffen boven het gezag van Gods geschreven Woord.

Het is niet goed nog Bijbels om het bijzondere dat God soms doet tot normaal te maken met behulp van een methode!

Paulus, die na gebed de vader van Publius en anderen op Malta genas had duidelijk de gave van genezing

Nu geschiedde het, dat de vader van Publius met ingewandskoortsen te bed lag; en Paulus ging tot hem en deed een gebed, en hij legde hem de handen op en genas hem. (9) En toen dit geschied was, kwamen ook de anderen op het eiland, die ziekten hadden, en werden genezen;

MAAR hij adviseerde Timoteus wijn te drinken voor zijn maag en gedurige ongesteldheden

Drink voortaan niet alleen water, maar gebruik een weinig wijn voor uw maag en voor uw gedurige ongesteldheden.

EN hij liet Trofimus ziek achter te Milete

Erastus is te Korinte gebleven, Trofimus heb ik ziek achtergelaten te Milete.

Paulus kon van genezing klaarblijkelijk geen methode maken – zouden wij dat in onze tijd wel kunnen?

Mijn conclusie

Mijn vrouw Sytske heeft de cursus op zich heel positief ervaren en het is ook zeker waardevol om liefdevol naast een medemens in nood te gaan staan, een arm om hem heen te slaan, te luisteren en Gods goede bedoelingen voor ieder mens als het ware als zegeningen te profeteren en te bidden voor herstel en verbetering. Maar het gezag toekennen aan geuite woorden blijkt verwarrend, daar de beloofde (en krachtige) uitwerking ervan vaker ontbreekt dan aanwezig is.

Derek Prince leert dat zegeningen en vloeken een soort magische werking hebben, waar het O.T. zeker voorbeelden van geeft. Hij past de verbondszegen en verbondsvloek van het O.T. op ons als N.T. christenen.

Als je als christen een slechte gezondheid hebt en of financieel krap zit dan is dat het gevolg van een vloek op je leven. En die vloek is weer het gevolg van ongehoorzaamheid. Het is dus in feite je eigen schuld als je (langdurig) ziek of arm bent. Als het succes (gezondheid, welvaart, etc) voortdurend aan je voorbij gaat, dan is het duidelijk dat er vloeken in je leven werken.

Christenen worden voortdurend bedreigd door vloeken. Vloeken afkomstig van God, van de satan en zijn dienstknechten, en ook zelfvervloekingen.

Als je negatief over jezelf spreekt of hebt gesproken dan gaat er een vloek in je leven werken, waarvan een voorbeeld wordt gegeven in het leven van de vrouw van Derek Prince, die op jonge leeftijd zegt haar benen te haten, waardoor een langdurige vloek op haar benen en verdere leven rusten. Zij getuigd van een moeizaam gevecht met de vele vloeken op haar leven, waar het gebed van duizenden christenen en de bediening van haar eigen man Derek Prince, een vloek deskundige bij uitstek, niet tot volledige bevrijding heeft mogen lijden. Dit geeft wel wat een somber vooruitzicht voor mensen zoals jij en ik, die bewust of onbewust veel negatiefs over onszelf en anderen hebben uitgesproken.

Je moet dus goed oppassen wat je zegt, want voor je het door hebt, heb je jezelf of een ander vervloekt. Op deze manier wordt er bovennatuurlijke, (bijna) magische kracht aan woorden toegekend, wat in het boek ook bij het zogenaamde "proclameren" weer terug komt. De mens bepaald en beïnvloed door zijn woorden de werkelijkheid om hem heen.

Je bent alleen veilig als je onberispelijk leeft, als je luistert naar de stem van de Heer. Doe je dat niet volledig, dan zal God je niet beschermen tegen vloeken waarmee de dienaren van de satan je bedreigen. Ja, sterker nog, God zal je ook nog eens Zelf achtervolgen met Zijn eigen vloeken.

Als er een beproeving of tegenslag in iemands leven komt dan zal automatisch de gedachte opkomen: ‘welke vloek heeft me nu weer getroffen en wat heb ik fout gedaan waardoor deze vloek is gekomen’, wat m.i. een beetje lijkt op de vrienden van Job, die een ‘overduidelijk antwoord en oorzaak’ voor Job’s leiden dachten te kunnen geven!

Ziekte, armoede en zelfs menstruatie stoornissen zijn het gevolg van een vloek in ons leven. Als je de ‘bevrijding procedures opvolgt, maar ziek blijft, ben je niet alleen ziek, maar ook een vervloekte! Tjonge ….?

Mijn conclusie

Een veel gelezen boek, wat in positieve zin een belangrijk bewustzijn aanwakkert om goed na te denken bij wat je zegt. Het is zeker waar dat wij vaak negatieve woorden en gevoelens uitspreken, wat onszelf en anderen meer schade dan goed doet. Het is natuurlijk veel beter om positief, bevestigend, bemoedigend te spreken.

MAAR om hier gezag aan te verlenen ‘zodat onze woorden bekrachtigd worden en scheppend kunnen of zullen zijn’ – goed of kwaad – is geen Bijbelse, nog betrouwbare ‘leer of methode’. Dit werkt vaker niet dan wel en kan tot grote verwarring leiden.
God is niet een God van verwarring, maar van vrede en orde

want God is geen God van wanorde, maar van vrede die ons opdraagt in v.40 ‘Laat alles betamelijk en in goede orde geschieden’.

En ik denk ook vaak aan hen die ‘de zegen’ van genezing of voorspoed niet ontvangen – wat mag mijn boodschap voor hen zijn – iets dergelijks als Jobs vrienden zeiden? God was daar niet onder de indruk van, sterker nog, eigenlijk boos over …

Zegenen is leven in bloei zetten, terwijl het omgekeerde, vloeken, leven laten verdorren betekent.

Een gezegend mens is een mens wiens leven bloeit en tot zijn recht komt naar Gods gedachten.

Paulus zet zijn lezers in zijn hart heel dicht bij de levende God, verbindt in deze zegenbede als het ware de Korintiërs met God drieënig en vraagt voor hen ‘genade, liefde en gemeenschap, de belangrijkste dingen die God geven kan. Als ze in die verbinding leven zal het ze echt goed gaan, zal hun leven opbloeien, wat verder hun (uiterlijke) omstandigheden ook mogen zijn.

Dit was voor Paulus heel vanzelfsprekend. Mensen met wie hij iets heeft brengt hij in verband met God. Paulus leefde dicht bij God, bij de God die genade, liefde en gemeenschap geeft. Hij kende de goedheid van God en wist hoe intensief God betrokken is met het leven van mensen. En juist daarom is er telkens weer die zegenbede: met plechtige woorden als hij afscheid neemt of aan het eind van een brief: de genade zij met je, houd goede moed, God geve u, naar de kracht die Hij heeft.

Of deze zegen ook uitgewerkt wordt is niet aan Paulus.
ACF> ‘Ondanks’ deze zegen bede(s),leefden de Korintiërs in het vlees, droegen de vruchten van het vlees, enz. Wat deze zegenbede dus uitwerkte of uitgewerkt heeft, blijft een wezenlijke vraag, maar dat weerhield Paulus niet om deze zegen hen toe te wensen en bidden!

God gaat met ons mee ons leven door, met genade, met liefde, met bezieling. Maar willen we dat ervaren, dan moeten we het ook noemen, dan moeten we God ook ter sprake brengen.

Als dit voor ons moeilijk is, als wij het maar vreemd vinden om tegen een ander te zeggen ‘de Here zegene jou’ of ‘God zij met jou, Hij mag je bewaren’ of ‘ik bid dat God jou de kracht geeft om te doen waar je zo tegen opziet’, dan is dat een teken van armoede, een teken dat God en ons leven en het leven van de mensen om ons heen uit elkaar gegroeid zijn.
ACF> Ik heb mensen ontmoet wiens mond vol is van deze ‘spraakvaardigheden’, maar wiens leven afgedwaald (b)lijkt te zijn van God. Dit heeft mij wel ontmoedigd om ook God centraal te zetten in mijn spraak, maar ik overweeg nu wel hoe wijs of dat dit is?

Uit een studie door Wim van der Schee over 2Kor 13:12-14

Zoals het volk Israël vanwege ongehoorzaamheid aan de HEER door vloeken kon worden getroffen zo kan ook de N. T. gelovige door ongehoorzaamheid en rebellie kwetsbaar worden. Wie volhardt in het niet wandelen op de weg van de Heer kan door een vloek worden getroffen. <T.J. de Ruiter>

Vloeken door mensen met magische krachten uitgesproken kunnen wel degelijk kwaad doen als men door het geloof in de HEER zich er niet tegen beschermt. Zie hoe God Israël in haar tocht naar het beloofde land tegen een intentie tot vervloeken beschermde. Lees in Numeri 23:6-11 het verhaal over Bileam, die Israël wilde vervloeken maar door Gods interventie haar zegende. <T.J. de Ruiter>
ACF> Ik ben op plaatsen geweest waar de invloed van een medicijnman en of vloeken krachtige invloed had. Zoals God kracht verleent aan zegen en vloek, zo kan ook de boze zijn vat krijgen op mensen en ….
Dat dit minder lijkt te spelen in onze Westerse wereld betekent niet dat dit alleen in het O.T. plaats vond en nu niet meer.
NB! Er zijn in de Westerse wereld ook genoeg tekenen: zo kwam ik een meisje tegen die door een geest boodschappen had leren schrijven. Maar wat begon als een ‘spelletje’ kon ze nu niet meer vanaf en dat beangstigde haar, vooral alleen in een donkere kamer, waar die geest haar zeer nabij was! Eerst leek zij de controle over die geest te hebben en op eigen initiatief dit te kunnen doen of laten, maar na verloop van tijd had die geest de controle gekregen en (b)leek er geen weg terug.
Uit een studie door T.J. de Ruiter over de zegen van de Heer

Sinds de Reformatie is het gebruik van het zegenen beperkt tot de eredienst en slechts voorbehouden aan de ambtsdragers. Het zou mooi zijn als het zegenen weer die rol in het gewone leven zou krijgen, die het ook had in de tijd van de Bijbel.

“Zelfs al zou er een ambt nodig zijn om te zegenen, zou dan het priesterambt van de gelovige niet voldoende zijn?” <Drs. Andre de Haan>

Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht:

Gods zegen is geen consumptiemateriaal, maar werkkapitaal. Hoe meer we zegenen, hoe meer onze eigen zegen vanuit de hemel wordt aangevuld <?>

De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt, wie laaft, wordt ook zelf gelaafd.

Het tot zegen zijn van anderen is geen medemenselijke activiteit, voortkomend uit eigen vriendelijkheid en sociale bewogenheid. Dit laatste is natuurlijk niet verkeerd, maar het is niet wat de Bijbel zegen noemt. Echte zegen komt van God en wordt doorgegeven aan anderen, terwijl de gelovige zelf keuzen maakt om daarmee liefde te bewijzen aan medemensen en anderen te dienen. <?>

We zijn gezegend om te zegenen, om de ontvangen zegen door te geven, door bijvoorbeeld met onze ogen naar de mensen kijken zoals Jezus deed, door onze oren open houden zodat we het hulpgeroep horen van mensen die ons nodig hebben, door met onze mond God te prijzen en goede dingen over en tegen andere mensen zeggen, door met onze handen behulpzaam te zijn en onze medemensen te dienen en met onze voeten bereid zijn te gaan om zegen te verspreiden. <?>

Er wordt wel gezegd ‘Omdat veel gelovigen niet veel zicht hebben op de volmacht of autoriteit die ze in Christus hebben verkregen, zien we er in de praktijk niet zoveel van’. En ‘de meesten van ons vinden het "veiliger" om ons te beperken tot het bidden voor mensen en het effect aan God over te laten, maar zegenen van mensen is in feite een geloofsdaad, geloven in de ontvangen autoriteit en opdracht van God om mensen te zegenen en daadwerkelijk een zegen uitspreken over de ander, geloven in Gods werkzaamheid om die zegen in de ander te realiseren’. <?> 
ACF> Ik heb genoeg mensen ontmoet die dit van harte geloven, maar het resultaat ….? Weinig tot geen uitwerking in het hier en nu en vaak verwarring! En ik kan me voorstellen dat Paulus hier ook aan dacht toen hij de Korintiërs zei dat Gods Koninkrijk niet bestaat in woorden, maar in kracht

maar spoedig zal ik tot u komen, zo de Here wil. Dan zal ik mij vergewissen niet van het woord dier opgeblazenen, maar van hun kracht. (20) Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht.

Een persoonlijke overdenking

Als ik het geheel overdenk, lijkt een zegen soms meer op een voorwaardelijke belofte

die God alleszins bereid is uit te werken, maar niet ten koste van waarheid en Zijn plannen. Om mensen methodisch te zegenen met voorspoed en gezondheid mist het onderscheid dat je bij voorbeelden in de Bijbel aantreft. Als God bijvoorbeeld iemand snoeit en tuchtigt, moeten wij dat dan met een krachtige zegen uitspraak teniet doen. Ten eerste werkt het (vaak) niet en ten tweede was dit Gods plan ook niet! Hiermee wil ik zeker niet zeggen dat alle ziekte en tegenslagen te herleiden zijn naar Gods tucht, dan zou ik in de categorie raadgevers vallen zoals Job zijn vrienden.

Persoonlijke Uitdagingen

  1. Ik heb in het verleden moeten ontdekken dat ik gemakkelijker ‘zegen’ buitenshuis verspreid, maar neig om mijn eigen gezin meer kritiek dan waardering te geven.
    Hier moest ik echt wat mee doen en eigenlijk nog steeds om mijn rol binnen mijn gezin naar Gods gedachten te vervullen.
  2. In het dagelijks leven ben ik veelal taak georiënteerd en werk volgens het principe oorzaak -> gevolg. En dan zie ik soms zo weinig van al die uitgesproken zegeningen!
    Als iets geen positief gevolg heeft, doe ik het niet (weer). Zo zie ik bewust of onbewust dat de vele zegeningen die in de Bijbel en ook tegenwoordig worden uitgesproken, in mijn ogen niet altijd veel positiefs uitwerken en ben daardoor geneigd dit onderwerp als afgedaan te beschouwen.
    Mozes zegent bijvoorbeeld de Israëlieten in Deut. 33, maar ongehoorzaamheid en afvalligheid druipt er door het hele O.T. van af.
    In Luk 24:40 zegent Jezus Zijn discipelen. Werkte dat voorspoed en vrede uit? Maar ik zie hier nu wel iets moois in!
    We lezen over Paulus zegenbede in 2Kor 13:12-14, maar tjonge, de problemen in die gemeente wens je niemand toe.
    Paulus spreekt in Efe 1:3 over alle geestelijke zegeningen voor de Efeziërs, maar de Heer waarschuwt in Openb. 2:5 dat als zij zich niet bekeren hun lampstand wordt weggenomen – en de geschiedenis leert dat dit dus ook gebeurd is!
    EN TOCH ZEGENDE MOZES, JEZUS, PAULUS EN …IK?

    Verwerkings vragen

    1. Verspreid jij (jouw mond) meer zegen dan ….?
      Spreek jij Gods waarheden en wil uit voor en over andere mensen of meer negatieve (klets)praatjes?
    2. Als je geneigd bent meer negatief over jezelf en anderen te spreken, hoe kun je dat een positieve wending geven?
    3. Zou zegenen zoals Paulus doet voor ons ook niet wat gewoner moeten zijn of is dit alleen iets voor dominees in de kerk?
    4. Hoe kunnen wij in omgang met elkaar het zegenen betekenisvoller maken?
    5. Wat voor zegen(bede) denk jij dat de Here Jezus uitsprak over zijn discipelen in
      En Hij leidde hen naar buiten tot bij Betanie en Hij hief de handen omhoog en zegende hen.

      Hun verdere aardse lot was vreugde en volharding temidden van veel uitdagingen, vervolgingen en …. 
      Want het schijnt mij toe, dat God ons, apostelen, de laatste plaats heeft aangewezen als ten dode gedoemden, want wij zijn een schouwspel geworden voor de wereld, voor engelen en mensen. (10) Wij zijn dwaas om Christus’ wil, maar gij zijt verstandig in Christus; wij zijn zwak, maar gij zijt sterk; gij zijt in aanzien, maar wij zijn niet in ere. (11) Tot op dit ogenblik verduren wij honger, dorst, naaktheid, vuistslagen en een zwervend leven; (12) wij verrichten zware handenarbeid; worden wij gescholden, wij zegenen; worden wij vervolgd, wij verdragen; (13) worden wij gelasterd, wij blijven vriendelijk; wij zijn als het uitvaagsel der wereld geworden, als aller voetveeg, tot op dit ogenblik toe.
    6. (Hoe) werkt de zegen en vloek uit Deut. 5 volgens jou in deze tijd?
      Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen en aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten, (10) en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.

    .

    FAQ (veel gestelde vragen)

    Hebben wij gezag om te zegenen?

    Sommigen leren dat je geleid door de Geest met gezag zegeningen kunt ‘geven’, waar God aan gebonden is om die waar te maken. In de praktijk worden deze zegening bij uitzondering bekrachtigd, maar veel vaker niet (hetzelfde zie je vaak bij genezing diensten), waardoor ‘ons gezag’ ondermijnd (b)lijkt te worden.

    Het N.T. kent geen equivalent van de opdracht in het O.T. om te zegenen (zoals de priesters in Num 6:22-27), wel om bij nood voorbede voor elkaar te doen (als N.T. priesters).
    Zie ook de sectie hierboven ‘Zegenend Helpen’

    Wat gebeurt er met zegen en vloek over ons nageslacht?

    Het oude verbond met Israel zegt dat zonden bezocht worden aan kinderen en kindskinderen en zegen aan duizenden die Hem liefhebben en Zijn geboden onderhouden

    Deu 5:9-10 Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen en aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten, (10) en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.

    Het Oude Testament spreekt over zegen en vloek in de context van gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid: een mens draagt de gevolgen van zijn handelingen, waarmee zegen en vloek van kracht wordt.

    Maar een verkeerde toepassing wordt later gecorrigeerd, waar we leren dat iemands eigen daden alleen tot consequenties voor hemzelf leiden

    Maar gij zegt: Waarom draagt de zoon niet mede de ongerechtigheid van de vader? Die zoon heeft immers naar recht en gerechtigheid gehandeld; hij heeft al mijn inzettingen naarstig onderhouden; hij zal voorzeker leven. (20) De ziel die zondigt, die zal sterven. Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid van de vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen. De gerechtigheid van de rechtvaardige zal alleen rusten op hemzelf en de goddeloosheid van de goddeloze zal alleen rusten op hemzelf. (21) Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van alle zonden die hij begaan heeft, al mijn inzettingen onderhoudt en naar recht en gerechtigheid handelt, dan zal hij voorzeker leven; hij zal niet sterven. (22) Geen van de overtredingen die hij begaan heeft, zal hem worden toegerekend; om de gerechtigheid die hij betracht heeft, zal hij leven. (23) Zou Ik een welgevallen hebben aan de dood van de goddeloze? luidt het woord van de Here Here. Niet veeleer hieraan, dat hij zich bekere van zijn wegen en leve?

    Je kunt dus een duidelijk conclusie trekken wat Deut. 5:9-10 NIET BETEKENT, maar wat betekent het dan wel?
    ACF> hier heb ik wel wat gedachten bij, maar wil eerst wat andere reacties afwachten?

    Download studie als Word document Klik op "Word Icon" om deze studie als een Word document te downloaden, zodat je jouw eigen notities, commentaar en studie materiaal kunt toevoegen. Zo wordt het jouw eigen studie, die je onbeperkt kunt bewerken en zo is studeren geen vergeefse investering van tijd en energie, waar je na 3 maanden weinig tot niks meer van weet. Jou studie notities worden allemaal opgeslagen en zijn altijd beschikbaar en gemakkelijk weer terug te vinden.
    Plaats dit document in je documenten folder "…Documents\1-ACF Studytools\Onderwerp studies\"

     

    Download ACF Studiepakket Klik op "ACF Studiepakket Icon" om een pakket van studie hulpmiddelen te downloaden die in MS Word gebruikt kunnen worden om een aantal studie vaardigheden te automatiseren. De studies en hulpmiddelen zijn gemaakt met de intentie om zelf ontdekken te bevorderen door de principes van Actief Leren (http://www.leren.nl/cursus/leren_en_studeren/actief_leren) geautomatiseerd toe te passen, i.e. interactief met de tekst omgaan door middel van markeren, eigen (herkenbare) notities toevoegen en samenvatten.

     

    >

Reacties zijn gesloten.