Wereld regering nieuw?

Wereld regering Vanaf het begin en door alle eeuwen is een drang naar wereld dominantie te zien.

Gen 11:1,6 De gehele aarde nu was één van taal en één van spraak. 6 ‘nu zal niets …. voor hen onuitvoerbaar zijn’

Hier lijkt het in onze tijd ook op – in ieder geval door hen die een stem hebben in deze wereld – ze spreken allen dezelfde taal en zingen dezelfde symfonie van ‘één nieuwe wereld orde (regering)’ om ‘onze’ problemen te kunnen oplossen: ‘global village’, mondiaal financieel systeem (mondiale munt eenheid), VN leger, WHO, enzovoort.

‘Recent’ de European Union, wat laat zien hoe langzaam maar zeker individuele soevereiniteit van landen wordt weggenomen en men moet buigen voor Brussel.

Het Lissabon verdrag is er!
Toen daalde de Here neder om de stad en de toren, die de mensenkinderen bouwden, te bezien, (6) en de Here zeide: Zie, het is een volk en zij allen hebben een taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn.

Het in snel tempo verder ontwikkelde technische kennen en kunnen zijn hier een voorbeeld van. Niets lijkt toch meer onmogelijk? ‘

En niets wat zij denken (privé of publiek) te doen zal voor hen onuitvoerbaar zijn’.

Complot theorieën speculatie?

Het privé denken van de wereld elite is onderwerp van veel speculatie, maar wordt nu duidelijk(er) uitgesproken. Dat waar de complot theoristen en Anti globalisten op wijzen KAN grotendeels uitgevoerd worden, maar het hoeft natuurlijk niet waar te zijn.

Men mag het betwijfelen dat één of meerdere van deze mensen ook maar enig duister motief zouden hebben en echt hele eerlijke, oprechte, lieve, democratische en vooruitstrevende medeburgers zijn die ons allemaal de nodige stappen vooruit zullen helpen tot een wereld vol vrede, veiligheid en voorspoed (zonder God weliswaar) en onder hun leiding.

Maar we weten (allemaal) wel dat het erg gevaarlijk is als absolute macht in de handen van 1 of een aantal valt.

Absolute macht corrumpeert absoluut!

Dat zou mogelijk goed kunnen uitpakken en tot de verlangde (broodnodige) verbeteringen zou kunnen leiden, MAAR het kan ook HELEMAAL verkeerd uitpakken!

De geschiedenis leert dat Hitler aan de macht geholpen werd, MAAR zeker ook door het volk verkozen werd met de verwachting dat zijn policy ‘geen woorden maar daden’ de terugkeer van welvaart weer op gang kon brengen. Hij bleek een enorme kat in de zak (‘miskoop’), die toen zijn ware aard steeds zichtbaarder werd, er geen weg terug meer (b)leek.

Met wrange bijsmaak klinkt nog ‘wir haben es nicht gewuscht’, waar velen ook hebben gezegd ‘we hebben het niet geweten’.

Maar wij die nu leven, dit nu lezen, kunnen niet zeggen ‘we hebben het niet geweten’!

Wellicht zullen wij ook eens moeten zeggen ‘wir haben es nicht gewuscht’?

Wat moeten we hier mee?

Sommigen zeggen ‘je kunt er toch niets (meer) aan doen’!

MAAR onze verantwoording dan? Onze kinderen dan? Gods verdoezelde getuigenis dan?

Ester had haar koninklijke waardigheid verkregen voor een tijd als deze …

Toen men Mordekai dit bericht van Ester had medegedeeld, (13) zeide Mordekai, dat men Ester antwoorden moest: Beeld u niet in, dat gij alleen van al de Joden ontkomen zult, omdat gij in het paleis des konings zijt. (14) Want, als gij in deze tijd blijft zwijgen, dan zal er voor de Joden wel van andere zijde redding en uitkomst opdagen, maar gij en uws vaders huis zult omkomen, en wie weet, of gij niet juist met het oog op deze tijd de koninklijke waardigheid verkregen hebt. (15) Toen zeide Ester, dat men Mordekai zou antwoorden: (16) Ga heen, vergader al de Joden die zich in Susan bevinden, en vast om mijnentwil: eet noch drinkt drie dagen, zo min des nachts als des daags. Ook ik en mijn dienaressen zullen op dezelfde wijze vasten en dan zal ik tot de koning gaan ondanks het verbod; kom ik om, dan kom ik om. (17) Mordekai dan ging heen en handelde overeenkomstig alles wat Ester hem geboden had.

In de tijd van Ester, werd (ook) een complot gesmeed om een heel volk uit te roeien. Zelfs de Koning was zich niet bewust van de diepere plannen van Haman en tekende ‘zomaar’ voor de uitroeiing van een volk.

Toen zeide Haman tot koning Ahasveros: Er is een volk, dat verstrooid en afgezonderd leeft onder de volken in al de gewesten van uw koninkrijk, en zijn wetten verschillen van die van alle volken, maar de wetten van de koning volbrengt het niet, zodat het de koning niet betaamt het met rust te laten. (9) Indien het de koning goeddunkt, moge een bevelschrift uitgaan om het uit te roeien: dan zal ik tienduizend talenten zilver afwegen en ter hand stellen aan hen wier werk het is die te storten in de schatkist van de koning. (10) Toen deed de koning zijn zegelring van zijn hand, gaf die aan de Agagiet Haman, de zoon van Hammedata, de jodenhater, (11) en de koning zeide tot Haman: Het zilver zij u geschonken en ook het volk om daarmede te doen naar wat goed is in uw ogen.

Moeten wij in onze tijd lijdzaam toezien?

De vraag is of wij in deze tijd, met wat wij weten, lijdzaam moeten toezien – ‘het gaat toch gebeuren, dat hou je toch niet tegen’!

Of moeten we God nog zoeken en pro-actief onze plaats van voorbede in nemen en zien of God nog iemand ‘tot Koninklijke waardigheid’ heeft gebracht, die nog een keer kan brengen in het lot van miljoenen die zo vernietigt dreigen te worden?

Volgens Timoteus is Gods geopenbaarde wil duidelijk: voorbede, rustig in godsvrucht en waardigheid kunnen leven.

Ik vermaan u dan allereerst smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen voor alle mensen, (2) voor koningen en alle hooggeplaatsten, opdat wij een stil en rustig leven mogen leiden in alle godsvrucht en waardigheid. (3) Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, (4) die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen. (5) Want er is een God en ook een middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, (6) die Zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen; en daarvan wordt getuigd te juister tijd. (7) En ik ben daartoe als een verkondiger en een apostel gesteld (ik spreek waarheid en geen leugen) als een leermeester der heidenen in geloof en waarheid.

Maar daarnaast ook dat mensen behouden worden (niet alleen maar van het onheil hier op deze aard, maar van het eeuwige onheil dat verharde zondaren te wachten staat) en tot erkentenis der waarheid komen.

En als dit de laatste dagen zijn is Daniel’s boodschap voor ons:

En de verstandigen onder het volk zullen velen tot inzicht brengen, maar zij zullen een tijdlang struikelen door zwaard en vuur, door gevangenschap en beroving. (34) Doch, terwijl zij struikelen, zullen zij een kleine hulp vinden; dan zullen velen zich in huichelachtigheid bij hen aansluiten. (35) Sommige van de verstandigen zullen struikelen, opdat er onder hen loutering, schifting en zuivering teweeggebracht worde, tot aan de eindtijd; want deze toeft nog tot de vastgestelde tijd.
En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos. (4) Maar gij, Daniel, houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen.

.
>

.